h

Vervuiling binnenwater

19 juni 2011

Vervuiling binnenwater

Recent ontvingen we deze brief over geconstateerde vervuiling van de binnenstad. Er wordt gezegd dat adequaat moest worden opgetreden vanwege de vervuiling. Goed te begrijpen. Maar ook een beetje gek, als we nog even kijken naar bijvoorbeeld in deze notulen uit 2007 over de compagniesbrug (p4):

(In vet wat opvallende citaten)

8. b. Vervanging Compagniebrug.
(Voorstel nummer 047, 2007.)
De heer Van der Pluym (GL) memoreert dat acht tien jaar geleden bodemvervuiling rond de Oosterhaven is geconstateerd. Daarvoor zijn toentertijd enorme bedragen gevoteerd. Met deze informatie in het achterhoofd heeft hij in de commissie gezegd dat de vervuiling van de Oosterhaven zelf wellicht ernstiger is dan wordt gedacht.

De heer Fijma (PvdA) haakt op de woorden van de heer Van der Pluym in met de opmerking dat zijn fractie zich in de commissie wat overvallen voelde door de mededeling dat de vervanging van de Compagniebrug vertraging zou oplopen. Was de vervuiling niet eerder bekend? Ook rijst de vraag of de vervanging van de brug wordt opgeschoven naar 2008 en dus niet meer zoals gepland in 2007 zal plaatsvinden.

De heer Boland (VVD/D66) vernam dat de vervuiling voor het college een onaangename verrassing was. In het WAGA-meerjarenprogramma van Rijkswaterstaat is voor het jaar 2006 vermeld dat de Enkhuizer binnenhavens vermoedelijk ernstig zijn vervuild en dat de aanpak daarvan urgent is. Hoe kan de wethouder dan in de commissie zeggen dat de vervuiling een verrassing is?

Wethouder Franx (NE) benadrukt dat hij echt verrast was! Twee jaar geleden onderzocht het bureau Witteveen en Bos het gebied en vond toen een vervuiling klasse 2. De meest recente onderzoeksresultaten geven klasse 4 en 4+ aan. Wanneer ergens een vervuiling is geconstateerd, in dit geval de bodem van de Oosterhaven, staat Rijkswaterstaat niet toe dat werkzaamheden worden uitgevoerd. Het is dan ook onvermijdelijk dat enige vertraging zal ontstaan. De afdeling stelt echter alles in het werk om de stagnatie tot het minimum te beperken. Zo zal de aanbesteding toch vr 1 november plaatsvinden. Daarnaast wordt met Rijkswaterstaat overleg gevoerd over het in januari 2008 uitvoeren van
werkzaamheden die voor het jaar 2009 zijn gepland. Het college van BenW is bereid de daarmee samenhangende kosten door middel van voorfinanciering te dekken. Verwacht wordt dat het Rijk uiteindelijk 50 % van de kosten of meer, afhankelijk van de vervuilingsgraad, zal subsidiren. Vanzelfsprekend zal de raad steeds van de stand van zaken op de hoogte worden gehouden.

De heer Boland (VVD/D66) is blij met de mededeling dat de vertraging gering zal zijn, maar het feit dat de portefeuillehouder cht verrast was, is weinig geruststellend. Het gaat om de vraag of het college had kunnen of moeten weten dat sprake was van vervuiling. Nogmaals, in het meerjarenplan van Rijkswaterstaat staat dat de vervuiling ernstig is en de sanering als urgent wordt beoordeeld. Waarom wist het college dat niet?

Wethouder Franx (NE) speelt beslist geen poppenkast! Hij was niet van de vervuiling op de hoogte. Het enkele jaren geleden uitgevoerde onderzoek van Witteveen en Bos gaf aan dat het gebied m de Oosterhaven, in casu de Van Linschotenstraat locatie voormalige gasfabriek en de voormalige vestigingsplek van de firma De Bruin, vervuild was. Het college had niet verwacht dat ook nabij de Compagniebrug sprake zou zijn van vervuiling. Als de sanering daarvan echt urgent zou zijn, had Rijkswaterstaat niet om voorfinanciering gevraagd.

Overigens heeft het meest recente, brede onderzoek betrekking op lle wateren in Enkhuizen. Voor het opstellen van een behoorlijk baggerplan is het nodig te weten waar precies sprake is van welk soort vervuiling en op welke diepte die zich bevindt. Welnu, daarover wordt met alle betrokken partijen overleg gevoerd.

De heer Boland (VVD/D66) toont zich niet onder de indruk van de beantwoording. Hij adviseert nauw contact met Rijkswaterstaat te onderhouden over de sanering van waterbodems in Enkhuizen, zodat de gemeente weet wat de beheerder van de vaarwegen en het water van plan is. Zodoende komt de raad hopelijk niet meer voor dit soort verrassingen te staan.

De voorzitter zegt toe dat zo spoedig mogelijk een raadsbrief over deze materie zal verschijnen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezeggingen, vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten

U bent hier